Enkele weken geleden hoor ik het heuglijke nieuws dat een nieuw boek verschijnt van Anton de Wit: Van klokken en klepels. Een katholiek antwoord op kerkelijke controverses (Lannoo, Tielt, 2011). Nieuwsgierig en op zoek naar meer informatie google ik de naam van Anton. Louter toevallig stoot ik daardoor op een artikel uit 2009, getiteld Want Anton de Wit gelooft het, op de Nederlandse website van god.voor.dommen. Ik kan het niet laten op het artikel te reageren, en bevind mij binnen de kortste keren in een bijwijlen scherpe discussie met atheïsten. Wat volgt, is een poging om eens op een rijtje te zetten welke antwoorden en bedenkingen ik geformuleerd heb, enigszins verbeterd en uitgebreid, op de vragen en opmerkingen die mij toen zijn voorgeschoteld. Ik ben in ieder geval dankbaar voor de wijze waarop ik aan het denken ben gezet.

Lees het resultaat van mijn reflectie en klik hier:

BEDENKINGEN NAAR AANLEIDING VAN EEN CONVERSATIE OP GOD.VOOR.DOMMEN (pdf)

Wie meer informatie wenst over het onderzoek naar de historische Jezus, verwijs ik graag naar een artikel van Peter Schmidt dat verscheen op de website van skepp.

Lees het artikel van Schmidt hier: Jezus van Nazaret – Kunnen we er wel iets over weten?

Mijn opmerkingen bij het atheïsme van Etienne Vermeersch zijn te lezen bij mijn bedenkingen naar aanleiding van de conversatie op god.voor.dommen.

Wie een kritische kijk wenst op het atheïsme van iemand als Richard Dawkins, verwijs ik naar een recensie van zijn boek God als misvatting op de site van skepsis, de Nederlandse tegenhanger van het Vlaamse skepp. Recensent en scepticus Jan Willem Nienhuys bekritiseert Dawkins’ opvattingen onder andere vanuit het denken van René Girard.

Lees het artikel van Nienhuys en klik op: God als misvatting (Richard Dawkins).

Novembermaand… de context van Allerzielen en het feest van de wapenstilstand op 11 november, is misschien ideaal om stil te staan bij de ‘onmachtige’ kracht van de goddelijke agapè. Want de werkelijkheid die zich openbaart in het schijnbaar ‘nutteloze’ en ‘tot niets’ dienende gedenken van onze dierbare overledenen, is misschien een glimp van die liefde, die zichzelf manifesteert ondanks het lijden dat ermee gepaard gaat…

Voor haar 85-jarig bestaan vroeg de Nederlandse Christelijke Radio Vereniging (NCRV) Stef Bos een cd over Bijbelse figuren te schrijven. Dat leidde tot het krachtige album ‘In een ander licht’ dat alle Bijbelse toonaarden laat weerklinken: van de lofzang op de liefde, over het profetische verzet, tot de klaagzang tegen het lijden en de schreeuw om hoop. (Uit het weekblad Tertio, 16 december 2009).

Het oudtestamentische boek Prediker, een wijsheidsboek, dient als uitgangspunt voor Alles is lucht (lied van Prediker). Zelf heb ik de tekst van Prediker altijd ervaren als een gedicht van ‘hoopvolle troosteloosheid’. Bij Stef Bos schijnt dat niet anders. In het boekje bij het muziekalbum schrijft hij: “Misschien een van de meest filosofische boeken in de Bijbel met Job. Zeer taoïstisch in zijn denken omdat het dualisme van goed en kwaad voortdurend verschuift. De Prediker spreekt zich niet uit. Verklaart alles tot lucht en leegte maar stuurt ons ook in de richting van het genot. Een soort existentialist die ons niet moedeloos maakt door alleen het zinloze te benadrukken. Een boek waarmee een dogmatische denker niet uit de voeten kan want het geeft weinig houvast om anderen te veroordelen en de duvel aan te doen. Daarom een man naar mijn hart… wie het ook was.”

In navolging van Prediker brengt Stef Bos in een duet met Frank Boeijen een lied van paradoxen en contradicties die iets van de ‘zinloosheid’ (‘nonsens’) van het bestaan uitdrukken. Tegelijk maakt de bruisende muziek duidelijk dat precies daar, in de leegte van de zinloosheid, iets nieuws kan geboren worden. In mijn oren suggereren de tekst en de muziek dat God inderdaad misschien daar is, zowel in onze momenten van wanhoop als van onuitsprekelijke vreugde… Dat God daar is, in onze momenten van verstomming… Kortom, dat God daar is, in de leegtes die we niet kunnen opvullen met onszelf. Daar waar wij niet zijn is ruimte voor een Ander… Misschien moeten we bij het begin van de zomervakantie ook eens vakantie nemen van onszelf, onszelf ‘vacant’ verklaren om werkelijk te ge-niet-en? Alles is lucht mag, wat mij betreft, al een vacature opvullen.

Het lied wordt gebracht in een ideale context: ook de uitvoerende zangers zelf laten iets ‘zien’ van de tegenstellingen in het menselijk bestaan – het soms ‘hoekige’ en ‘cleane’ karakter van de stem van Stef Bos contrasteert wonderwel met de rauwe, maar vloeiende warmte van Boeijens geluid.

Luister naar hun duet (de tekst staat onderaan) en klik hier:

Ik heb de wereld gezien

In het licht van de liefde

En in de schaduw van de haat

Er zijn altijd twee kanten

Ware woorden zijn niet mooi

Mooie woorden zijn niet waar

En alles beweegt zolang als het leeft

Zoals een rivier die stroomt naar de zee

Wij zijn een deel

Van een groter geheel

Wij vallen als bladeren

En de wind neemt ons mee

Er is een tijd van verliezen

Er is een tijd van vertrouwen

Er is een tijd van verlangen

Er is een tijd van vergeten

Er is een tijd van vergeven

Er is een tijd voor alles

En alles is lucht

Groei naar het licht

En klim langs de stralen naar de hemel omhoog

Hou je niet vast aan dat wat voorbij is

En laat alles los wat spookt in je hoofd

Want het licht in je ogen verdwijnt met de tijd

Zoals de zon in de verte aan het eind van de dag

Maar alles verandert en

Beweegt in een cirkel

Keert terug naar de bron

En wordt wat het was

Er is een tijd van verliezen

Er is een tijd van vertrouwen

Er is een tijd van verlangen

Er is een tijd van vergeten

Er is een tijd van vergeven

Er is een tijd voor alles

En alles is lucht

En alles is leegte

En alles is zinloos

En alles is leven

Alles heeft waarde

En alles is iets

Alles is alles

En alles is niets

Er is een tijd van verliezen

Er is een tijd van vertrouwen

Er is een tijd van verlangen

Er is een tijd van vergeten

Er is een tijd van vergeven

Er is een tijd voor alles

En alles is lucht

Nog wat meer achtergrondinformatie bij het hele project:

Uit het weekblad Tertio (16 december, 2009):

De Bijbel is voor Stef Bos een boek van gestolde menselijke ervaring. Daarom maakte hij van die Bijbelfiguren herkenbare mensen. Los van kerk en dogma kwamen ze in een ander licht te staan. “De Bijbel is niet het bezit van welke denkrichting dan ook. Dat boek kan onze wereld beklemmen of onze verbeelding vrijmaken. Het kan een dogma zijn of een inspiratie. Ik wou terug naar het boek zelf. Ik hou van filosofische en theologische discussies, maar zowel fanatieke religiositeit als het fanatieke atheïsme van een Etienne Vermeersch kan ik niet volgen”, zegt Bos.

Uit een interview met Thomas (website van de faculteit Godgeleerdheid van de KU Leuven) blijkt dat Stef Bos zich bewust is van de processen die, met een verwijzing naar wat hij hierboven vermeldde, ‘de verbeelding gevangen houden’. Wie bekend is met de mimetische theorie en het denken van René Girard zal onmiddellijk opmerken welke rol Stef Bos toedicht aan ‘de mode’. Bepaalde processen van imitatie (wat Girard ‘mimesis’ noemt) verhinderen inderdaad een frisse blik op wat waardevol is, ook in de Bijbel en de christelijke traditie. Niets zo verlammend en beknottend als een ‘gewoontekatholicisme’ en het ‘gewoonteatheïsme’ dat er een reactie op vormt. Stef Bos in het interview met Thomas:

“Ik vond het [Bijbelproject] een geweldige idee omdat de Bijbel, of je nu gelooft of niet, een belangrijk geschrift is voor onze westerse cultuur en altijd een inspiratie is geweest voor veel kunstenaars. Ik ben zelf ook met de Bijbel grootgebracht op een manier die niet dwingend was waardoor ik nooit het kind met het badwater heb weggegooid. Veel mensen van mijn generatie hebben de uitwassen van machtspolitiek van de kerk op één hoop gegooid met de Bijbel zelf en dat is jammer… alsof je de Faust van Goethe niet mag lezen omdat deze in het Duits is en Duits door de recente geschiedenis een beladen taal is.”

Op de vraag waarom jongeren vandaag soms een afkeer hebben van de Bijbel, antwoordt Bos het volgende:

“Omdat dat de mode is. Omdat de Bijbel wordt gelinkt aan de Kerk. Omdat de Kerk in het algemeen een slecht imago heeft opgebouwd en er volstrekt achterhaalde ideeën op nahoudt. (Terwijl ik reizend door Afrika veel goede kanten van individuen in de kerk gezien heb waar NGO’s het dikwijls lieten afweten.) Omdat diezelfde anti-kerk mode (politiek correcte atheïsme) zich ook weer als een kerk gaat gedragen met een morele code die ze mensen oplegt om erbij te mogen horen waardoor ze iets gaan denken wat ze zelf niet bedacht hebben. Omdat… omdat… omdat… omdat… omdat er over het algemeen te weinig genuanceerd gedacht wordt over dingen, zeker in deze tijd van media geschreeuw en politieke populisten.”

(LEES HET BIJGEVOEGDE ARTIKEL – klik op Kanttekeningen bij een ideologisch atheïsme)

Gisteren, dinsdag 29 maart A.D. 2011, mocht ik als godsdienstleraar deelgenoot zijn van een deugddoend, inspirerend en hoopgevend gebeuren. Sinds kort komen enkele leerlingen van onze school, uit het laatste jaar van de humaniora, om de twee weken samen om van gedachten te wisselen over een vooraf gelezen, korte filosofische tekst. We bespraken, gisteren op onze tweede bijeenkomst in het licht van een eerste lentezon en op het nog bedauwde gras in het stadspark van Aalst, een tekst van de Duitse filosoof Max Scheler (1874-1928).

Grote denkers laten steeds een glimp zien van de potentieel humaniserende kunst van het filosofische vragen. Bij Max Scheler is dat niet anders. Het fragment uit zijn Der Formalismus in der Ethik und die materiale Wertethik, in een Nederlandse vertaling weliswaar, wees ons op het onherleidbare en ‘transcendente’ karakter van morele waarden. Tegelijk waarschuwde Scheler in zijn tekst voor de verleiding van een totalitarisme – waarbij ‘het goede’ onterecht vereenzelvigd wordt met een bepaald systeem, of zelfs met een bepaald persoon.

In de woorden van Scheler zelf: “Wanneer men de zedelijke waarden goed en kwaad bindt aan dingen buiten de wereld van de waarden, zoals bijv. aan een aanwijsbare lichamelijke of psychische toestand, of aan het lidmaatschap van een stand of een partij, dan spreekt men over ‘de goeden en gerechtigen’ als over een objectief definieerbare klasse. Op die wijze vervalt men steeds in een of andere vorm van farizeïsme. Het identificeert de dragers van ‘het goede’ en hun groepskenmerken met de waarde zelf van het goede, ja zelfs met het wezen van de waarde als zodanig ofschoon zij in feite enkel als dragers van de waarde fungeren. De uitspraak van Jezus: ‘Niemand is goed behalve God alleen’, is juist tegen ‘de goeden en gerechtigen’ gericht. Hij wil niet zeggen dat er geen enkel mens goed is, in de zin van: er bestaat niemand met goede eigenschappen. Hij wil enkel zeggen dat het goede zelf nooit kan bestaan in een begrippelijk bepaalbare eigenschap van een mens.”

Onze bijeenkomst gisteren motiveerde mij om een tekst te herwerken waar ik sinds vorige week aan schrijf. Naar aanleiding van het voorstel van Patrick Loobuyck om de confessionele keuzevakken op school te vervangen door één ‘neutraal’ vak levensbeschouwing, ben ik wat dieper gaan graven naar de vooronderstellingen van een bepaald atheïstisch discours. Ik denk dat in dergelijk discours de transcendente, onherleidbare, ‘oncontroleerbare’ en ‘niet zomaar in categorieën in te passen’ dimensie van de werkelijkheid vaak vergeten wordt. Als zodanig wordt dit discours dogmatisch en ideologisch.

Vandaag heerst vooral de neiging om alles te herleiden tot iets dat marktwaarde heeft. Niet alles is echter onmiddellijk nuttig, nodig, of ‘te managen’. Af en toe mag het verwijlen bij de onzekerheid van onze zekerheden ons, vanuit dit bewustzijn, op het spoor van een ‘belangeloos’ genieten zetten waarin de dankbaarheid heerst. De bijeenkomst van de leerlingen gisteren beschouw ik als een kleine, stille en vreedzame revolte tegen het vertoog in onze samenleving dat de stem van de reflectie vaak afdoet als ‘overbodig gezwets’, en dat alles wat niet direct efficiënt is gemakkelijk waardeloos acht. Een verdere uitwerking van het specifieke discours waarbij vraagtekens geplaatst worden, is te lezen in het bijgevoegde artikel – zie bovenaan deze post of klik hier de titel aan:

Kanttekeningen bij een ideologisch atheïsme.

Ik dank Ilias, Bert, Alexander, Freija, Jonas, Tijs, Matthias, Dries, Elly, Siemen, Astrid en Willem alleszins voor hun inspirerende impulsen.